Als de wereld je overweldigt of de grond onder je voeten verdwijnt, heb je geen keus. Je zult met spoed moeten leren vliegen om te voorkomen dat je te pletter slaat op de rotsen. Onwennig sla je jouw armen uit. Je balanceert tussen ‘het niet kunnen geloven’ en de realiteit van alle dag. Ook al realiseer je je dat er heel veel lieve en zorgzame mensen om je heen staan. Hier zal je zelf doorheen moeten. De wereld die je kende is weg. Alle veiligheid die je ervoer, is verdwenen. Daar ga je dan. Alleen.Zo voelt het. Elke vraag die gesteld wordt, is een vraag te veel. Elke actie die gevraagd wordt, lijkt een berg om te beklimmen. Alles wat van buiten jou komt, gaat over de grens van wat je aankunt. De rek is eruit. Het elastiek staat strak. De navelstreng moet door. Het enige wat telt, is leunen op de wind en zorgen voor een rustige landing. Maar waar je terecht komt? Je hebt geen idee. Het overkomt je.
Ik wist het wel. Ik wist dat mijn moeder dood ging en dat dit onvermijdelijk was. Het was haar wens om te gaan. Deze had ze al zo vaak uitgesproken maar nu de tijd daar was, bleek dat door haar verwarde conditie die wens niet meer kon worden uitgevoerd. Ze moest het zelf doen. Daar stond ze dan. Ik zag waar ze heen zou gaan maar ze had zelf geen idee. Paniek in haar ogen, verwarring van haar geest en weten. Haar ‘weten’ dat het goed was om te gaan maar ook de onrust die ze voelde om alles achter te laten wat haar zo vertrouwd was. In de laatste dagen kon ik niets anders meer dan haar stilzwijgend aanmoedigen. De weg zo zacht mogelijk maken, liefde sturen en een tempel bouwen rondom het lichaam dat ze achter zou gaan laten. We spraken zonder woorden. Aan het bed verschenen oude bekenden. Tijd werd eeuwig. Kaarsen brandden. Oude wonden werden hersteld. Haar leven was voltooid en haar laatste adem blies.
Daar stond ik. Ik had geen idee wat er allemaal komen ging maar dat alles vanaf dat moment anders zou zijn, was een feit. Ik balanceerde tussen ‘het niet kunnen geloven’ en de realiteit van alle dag. Ook ik had geen andere keuze dan het opslaan van mijn armen en te vliegen, hopend op een zachte landing. Die dag werd ik de hoedster van onze vrouwenlijn. De verteller van ons verhaal over vrouwelijk leiderschap, over moeder zijn, over dood en leven maar ook degene die het mes gebruikt om kaas te snijden en uit te delen aan degenen die je omringen aan tafel.
Ik denk dat het vaak zo gaat. Er is altijd een duwtje nodig om de noodzaak aan te pakken om op jouw eigen koers te leren varen. Het is spannend, soms beangstigend en er zijn momenten waarbij je het vertrouwen in jezelf kunt proeven door al die leringen die je al hebt mogen doen. Soms vraag ik mij weleens af wie we zouden zijn als we niet elke dag meer over onszelf te weten zouden komen. Wat is de noodzaak om te blijven ontwikkelen? Wanneer ben je eindelijk uitgeleerd of stopt het dan werkelijk nooit? Vaak gun ik mijzelf geen tijd om daar lang bij stil te staan. Ik geniet van leren. Ik geniet van het ontwikkelen in een wereld die vol dualiteiten zit. Juist die tegenstrijdigheden maken onze ont-wikkeling zo waanzinnig mooi.
I